Bij de huidige boerenprotesten moet de hele samenleving diep in de spiegel kijken. Er spelen veel meer problemen dan alleen stikstof. Wat geven we voorrang?
Het Nederlands Dagblad, dinsdag 12 juli 2022.
Zie: https://www.nd.nl/opinie/opinie/1133091/duurzaamheid-vraagt-om-inkeer
Beeld: Geert Jan Prins
‘De baten uit het verleden vormen, net als bij de gaswinning in Groningen, de kosten voor nu en de toekomst.’
De afgelopen weken staat de landbouw onder hoogspanning. Het lijkt alsof stikstof de grote boosdoener is, maar er speelt meer in de landbouw.
Allereerst gezondheid. Zonder goede voeding geen goede gezondheid en de landbouw hebben we hard nodig voor ons voedsel. Dat is positief, maar er zijn ook zorgen. Denk aan Q koorts, varkenspest, mond-en-klauwzeer en vogelgriep. Diverse virologen en huisartsen wijzen op de risico’s van de intensieve landbouw op de verspreiding van ziektes. Door de nadruk op goedkoop voedsel is er daarnaast steeds meer obesitas.
En hoe zit het met water? Zoet water wordt o.a. uit de Veluwe getrokken ten behoeve van een niet-natuurlijk laag waterpeil in de oude Zuiderzeepolders. Bij droogte wordt er veel gesproeid, vaak met water uit sloten en uit eigen geslagen putten waar men niet voor betaalt. Door de intensieve bemesting en het gebruik van pesticides en insecticiden, denk o.a. aan glyfosaat, vervuilt het oppervlakte-, en het grondwater. Kortom, qua water scoort ons landbouwsysteem niet goed.
En hoe dan qua biodiversiteit? De boerenlandnatuur staat al decennialang in de min. De daling van het aantal boerenbedrijven valt samen met een neergang aan grutto’s, vlinders en boerenlandbloemen. Dit is deels een gevolg van het veranderen van landbouwgrond in woningen, industrieterreinen en infrastructuur, maar binnen het agrarisch gebied komt dit door intensivering, monoculturen van o.a. raaigras en maïs en schaalvergroting. Daarnaast hebben we zoveel vee dat de ammoniak in de vorm van stikstof neerslaat op het land en in het water. Dat heeft een verzurend effect en enkel stikstofminnende planten als brandnetel profiteren daarvan. Voor het veevoer importeren we veel soja. Bekend is dat hiervoor Amazonewoud wordt vernietigd. De impact van ons landbouwbestel is negatief op de biodiversiteit hier, maar ook elders in de wereld.
En dan de sociale aspecten: tussen 1950 en nu zijn 6 van de 7 boerderijen die er in 1950 nog waren verdwenen. Dit leidt tot een sociale uitholling van het platteland. Het breekt sociale structuren af en maakt dat winkels en scholen sluiten. Veel boeren voelen zich tekort gedaan in de huidige stikstofdiscussie: ze hebben het idee dat het kabinet al besloten heeft en dat ze eigenlijk geen inspraak hebben. Dat voedt de onvrede. De ongelijkheid tussen boeren is groot. Er zijn boeren die, zeker met de huidige hoge melkprijzen, veel verdienen, maar die melkprijs schommelt, dus zekerheid geeft dat niet. Veel kleinere familiebedrijven hebben geen opvolgers en worden opgeslokt door grotere agro-ondernemers.
Ons landbouwsysteem is vanaf 1945 door de voormalig landbouwminister Sicco Mansholt tot aan vandaag via overheidsbeleid gericht op efficiency, innovatie, productie en export. Dat heeft Nederland veel inkomsten gebracht door het werk van de boeren en de daaraan verbonden agribusiness. Zoals ook in andere sectoren geldt dat maatschappelijke kosten van die productie, zoals wateronttrekking, biodiversiteitsverlies en leegloop van het platteland niet zijn meegenomen in de berekening. De baten uit het verleden vormen evenals de gaswinning in Groningen de kosten voor het nu en de toekomst. Bijzonder is dat de voorstanders van deze vorm van landbouw op latere leeftijd tot inzicht komen dat ze fouten hebben gemaakt. Zo werd Sicco Mansholt op latere leeftijd een verduurzamer en hoor je oud-landbouwminister Veerman nu heel andere taal bezigen dan toen hij er meer invloed op had. Hetzelfde geldt voor oud-premier Balkenende die inmiddels een duurzaamheidsprediker is op grote congressen.
Een groot risico vormt ook het grondgebruik. Daar is gelukkig steeds meer aandacht voor, onder andere naar aanleiding van de inspirerende Netflix documentaire ‘Kiss the Ground’. De grond wordt te intensief bewerkt met te zware machines en te vaak. Daarnaast is er een grote afhankelijkheid van kunstmest, pesticiden en insecticiden om toch maar voldoende productie te kunnen blijven maken. De bodems in Nederland zijn aan het verschralen. Het leven in die bodems wordt letterlijk doodgemaakt.
Dan nog het morele aspect: de boeren zijn in principe ondernemers, maar echt vrije ondernemers zijn ze niet. Ze zitten vast in een stelsel van regelingen en subsidies en de invloed van de individuele boer op de keten is zeer beperkt. Knot je ze nog meer in hun vrijheid, dan roept dat, zoals we nu ook zien, felle reacties op. En toch: de boeren vechten voor een systeem dat er al sinds de jaren 50 voor zorgt dat er steeds minder van hen overblijven. De processen van schaalvergroting en intensivering zijn zo krachtig, dat steeds minder familiebedrijven over kunnen blijven. De boeren vragen om perspectief. Dat perspectief zit hem denk ik ten diepste in de waarden waarmee je je bedrijf vorm wil geven. Waardoor laat je je leiden als boerenondernemer? Is dat de overheid? Zijn dat je belangenorganisaties? Is dan niet het risico dat je je voor het een of ander karretje laat spannen? De daling van het aantal boerenbedrijven en de boerennatuur gebeuren tegelijk. En in een tijd van verregaande ontkerkelijking. God heeft de mensen geschapen om als goede beheerders op te treden over de rest van de schepping. In de praktijk is dit vaak verworden tot het beheersen van de schepping. Veel zeer intensief beboerde landen vind je juist in de Biblebelt en in het katholieke Brabant. Wat dat betreft pleit ik voor inkeer, voor vragen om vergeving. Want hoe hebben we het zover kunnen laten komen?
Zowel wat betreft de sociale basis van welzijn als wat betreft het werken binnen de ecologische grenzen is er veel te verbeteren in de landbouw. Natuurlijk geldt dat ook voor andere sectoren. De landbouweconomie kan alleen blijven bestaan wanneer we recht doen aan de boeren zelf, maar tegelijk ook rekening houden met de ecologische grenzen. Dat we buiten die ecologische grenzen werken wordt in de tijd ook steeds meer voelbaar door het veranderende klimaat. Het perspectief voor de landbouw ligt in de integratie van sociale, economische en ecologische aspecten van ontwikkeling. Dat dat concreet kan toont o.a. Jan Huijgen met zijn Eemlandhoeve.
Het is een enorme uitdaging en vanuit conservatieve lobbyorganisaties, de ambtenarij in het ministerie van Landbouw, de agribusiness en deel van de boeren zal er weerstand zijn. Maar zonder weerstand geen glans. En verandering kost altijd tijd, en dat mag ook.
Persoonlijk denk ik dat het niet gaat lukken zonder inkeer. We zullen als samenleving diep in de spiegel moeten kijken. Voor christenen geldt dat ze in de Bijbel veel inspiratie kunnen vinden om sociaal en ecologisch rechtvaardig te zijn en economische overwegingen niet prioriteit te geven. We kunnen laten zien dat we ons niet laten leiden door status en geld, maar door hogere, blijvende waarden. Mensen die inspiratie hiervoor zoeken verwijs ik graag naar het boek Groene Theologie van Trees van Montfoort, de website van Groene Kerken, A Rocha of Martine Vonk’s Genieten van Genoeg.
Ons land staat aan het begin van een fikse verduurzamingsslag en als we dat goed doen dan maken we Nederland mooier, niet alleen voor onszelf, maar ook voor onze kinderen en kleinkinderen. Dat lijkt me de moeite wel waard.
Geert Jan Prins, verduurzamer
Oprichter Will2Sustain, Will2Sustain is in 2009 opgezet door Geert Jan Prins om gebieden en organisaties te verduurzamen.